- -
- 100%
- +
Terwijl ze spullen aan het sorteren waren, stapte Gabriela de kamer binnen.
"Señora Riley, mijn taxi kan hier elk moment zijn," zei ze lachend. "Ik heb ingepakt en ben klaar. Mijn spullen staan bij de deur.”
Riley was bijna vergeten dat Gabriela wegging. Omdat April zou weggaan, had Gabriela om verlof gevraagd om familieleden in Tennessee te bezoeken. Riley had er vrolijk mee ingestemd.
Riley omhelsde Gabriela en zei: "Buen viaje.”
Gabriela's glimlach vervaagde een beetje, en ze voegde eraan toe: "M preocupo.”
"Maak je je zorgen?" vroeg Riley verrast. "Waar maak je je zorgen over, Gabriela?”
"Jou," zei Gabriela. "Je zult helemaal alleen zijn in dit nieuwe huis....”
Riley lachte een beetje. "Maak je geen zorgen, ik kan voor mezelf zorgen.”
"Maar je bent niet meer sola geweest sinds er zoveel slechte dingen zijn gebeurd," zei Gabriela. "Ik maak me zorgen.”
Gabriela's woorden zetten Riley aan het denken. Wat ze zei was waar. Sinds de beproeving met Peterson, was tenminste April altijd bij jaar. Kon er een donkere en angstaanjagende leegte ontstaan in haar nieuwe huis? Was de afgrond nu al aan het gapen?
"Het komt wel goed," zei Riley. "Geniet van de tijd met je familie.”
Gabriela grijnsde en overhandigde Riley een envelop. "Dit lag in de brievenbus," zei ze.
Gabriela omhelsde April, knuffelde Riley weer, en ging naar beneden om te wachten op haar taxi.
"Wat is er, mam?" vroeg April.
"Ik weet het niet," zei Riley. "Het komt niet van de post.”
Ze scheurde de envelop open en vond een plastic kaartje binnenin. Decoratieve letters op de kaart verkondigden "Blaine's Grill". Daaronder las ze hardop voor, "Diner voor twee."
"Ik denk dat het een cadeaubon van onze buurman is," zei Riley. "Dat is aardig van hem. Jij en ik kunnen daar gaan eten als we terugkomen.”
"Mam!" snoof April. "Hij bedoelt niet jou en mij.”
"Waarom niet?”
"Hij nodigt je uit voor een etentje.”
"Oh! Denk je dat echt? Dat staat hier niet.”
April schudde haar hoofd. "Doe niet zo stom. De man wil met je uitgaan. Crystal vertelde me dat haar vader je leuk vindt. En hij is echt knap.”
Riley kon zich voelen blozen. Ze kon zich niet herinneren dat iemand haar voor het laatst om een afspraakje had gevraagd. Ze was al zoveel jaar getrouwd geweest met Ryan. Sinds hun echtscheiding was ze erop gericht om zich in haar nieuwe huis te vestigen en beslissingen te nemen over haar werk.
"Je bloost, mam," zei April.
"Laten we je spullen pakken", mopperde Riley. "Ik zal hier later over moeten nadenken.”
Ze gingen allebei terug naar het sorteren van kleding. Na een paar minuten stilte zei April, "Ik maak me een beetje zorgen om je, mam. Zoals Gabriela zei...."
"Het komt goed met me," zei Riley.
"Weet je dat zeker?”
Terwijl ze een blouse vouwde, wist Riley niet zeker wat ze moest antwoorden. Ze had de laatste tijd toch zeker te maken gehad met ergere nachtmerries dan een leeg huis, onder andere moordende psychopaten die geobsedeerd zijn door kettingen, poppen en brandersd. Maar zouden een heleboel innerlijke demonen kunnen losbreken als ze alleen was? Plotseling begon een week te voelen als een lange tijd. En het vooruitzicht om te beslissen om te daten met de man die hiernaast woonde leek ook beangstigend.
Ik kan het wel aan, dacht Riley.
Trouwens, ze had nog een andere optie. En het werd tijd om voor eens en voor altijd een beslissing te nemen.
"Ik ben gevraagd om aan een zaak te werken," vertelde Riley aan April. "Ik zou onmiddellijk naar Arizona moeten vertrekken.”
April stopte met het vouwen van haar kleren en keek naar Riley.
"Dus je gaat erheen, nietwaar?" vroeg ze.
"Ik weet het niet, April," zei Riley.
"Wat valt er te weten? Het is jouw werk, toch?”
Riley keek in de ogen van haar dochter. De moeilijke tijden tussen hen leken echt voorbij te zijn. Sinds ze allebei de verschrikkingen van Peterson hadden overleefd, waren ze verbonden door een nieuwe band.
"Ik heb erover nagedacht om niet terug te gaan naar het veldwerk," zei Riley.
April's ogen werden groter van verbazing.
"Wat? Mam, slechteriken neerhalen is waar je goed in bent.”
"Ik ben ook goed in lesgeven", zei Riley. "Ik ben er erg goed in. En ik vind het geweldig. Echt waar.”
April haalde haar schouders op uit onbegrip. "Nou, ga je gang en geef les. Niemand houdt je tegen. Maar hou niet op met boeven vangen. Dat is net zo belangrijk.”
Riley schudde haar hoofd. "Ik weet het niet, April. Na alles wat ik je heb laten doorstaan...."
April keek en klonk ongelovig. "Na alles wat jij me hebt aangedaan? Waar heb je het over? Jij hebt me niets aangedaan. Ik werd gepakt door een psychopaat genaamd Peterson. Als hij me niet had meegenomen, had hij iemand anders meegenomen. Ga nou niet jezelf de schuld geven.”
Na een pauze zei April: "Ga zitten, mama. We moeten praten.”
Riley glimlachte en ging op het bed zitten. April klonk zelf als een moeder.
Misschien is een kleine preek precies wat ik nodig heb, dacht Riley.
April ging naast Riley zitten.
"Heb ik je ooit verteld over mijn vriendin Angie Fletcher?" zei April.
"Ik geloof het niet.”
"Vroeger waren we een tijdje heel erg close, maar ze was van school veranderd. Ze was echt slim, een jaar ouder ook, vijftien jaar oud. Ik hoorde dat ze drugs begon te kopen van een man die iedereen Trip noemde. Ze raakte echt verslaafd aan de heroïne. En toen ze geen geld meer had, zette Trip haar aan het werk als hoer. Trainde haar persoonlijk, liet haar bij hem intrekken. Haar moeder is zo verneukt dat ze nauwelijks merkte dat Angie weg was. Trip adverteerde haar zelfs op zijn website, liet haar een tatoeage zetten en zweerde dat ze voor altijd van hem was.”
Riley was geschokt. "Wat is er met haar gebeurd?”
"Trip werd uiteindelijk gepakt en Angie kwam terecht in een drugsrehabilitatiecentrum. Dat was nog maar deze zomer toen we in Upstate New York waren. Ik weet niet wat er daarna met haar is gebeurd. Ik weet alleen dat ze nu pas zestien is en haar leven is geruïneerd.”
"Het spijt me om dat te horen," zei Riley.
April kreunde van ongeduld.
"Je snapt het echt niet, of wel, mam? Jij hebt niets om spijt van te hebben. Je hebt je hele leven lang dit soort dingen tegengehouden. En je hebt allerlei jongens zoals Trip opgesloten - sommigen van hen voor altijd. Maar als je stopt met doen waar je goed in bent, wie neemt het dan van je over? Iemand die er net zo goed in is als jij? Ik betwijfel het, mam. Ik betwijfel het echt.”
Riley werd even stil. Dan met een glimlach, knijpte ze in April's hand.
"Ik denk dat ik een telefoontje moet plegen," zei ze.
Hoofdstuk zeven
Toen het FBI-vliegtuig opsteeg uit Quantico, was Riley er zeker van dat ze op weg was om weer een ander monster het hoofd te bieden. Ze voelde zich diep ongemakkelijk bij de gedachte. Ze had gehoopt om een tijdje weg te blijven van de moordenaars, maar het leek haar eindelijk de juiste beslissing om deze baan te nemen. Meredith was duidelijk opgelucht toen ze zei dat ze zou gaan.
April was die ochtend vertrokken op haar excursie, en nu waren Riley en Bill op weg naar Phoenix. Buiten het vliegtuigraam was de middag donker geworden, en de regen streepte het glas. Riley bleef vastgeriemd in haar stoel zitten totdat het vliegtuig zich een weg had gebaand door de ruige grijze wolken en in de heldere lucht boven haar. Vervolgens spreidde zich een kussenachtig oppervlak onder hen, de aarde verbergend waar de mensen waarschijnlijk hard hun best deden om droog te blijven. En, zo dacht Riley, ze gingen verder met hun dagelijkse bezigheden, genoegens of verschrikkingen, of wat er ook tussenin lag.
Zodra de vlucht in rustigere vaarwateren terecht was gekomen, wendde Riley zich tot Bill en vroeg, "Wat kun je me laten zien?”
Bill klapte zijn laptop op de tafel voor hen open. Hij liet een foto zien van een grote zwarte vuilniszak, nauwelijks ondergedompeld in ondiep water. Een dode witte hand was te zien die uit de opening van de tas stak.
Bill legde uit, "Het lichaam van Nancy Holbrook werd gevonden in een kunstmatig meer in het reservoirsysteem buiten Phoenix. Ze was een dertigjarige escorte met een dure dienst. Met andere woorden, een dure prostituee.”
"Is ze verdronken?" vroeg Riley.
"Nee. Verstikking lijkt de doodsoorzaak te zijn geweest. Toen werd ze in een zware vuilniszak gestopt en in het meer gedumpt. De vuilniszak was verzwaard met grote stenen.”
Riley bestudeerde de foto nauwkeurig. Veel vragen vormden zich al in haar hoofd.
"Heeft de moordenaar enig fysiek bewijs achtergelaten?" vroeg ze. "Afdrukken, vezels, DNA?”
"Helemaal niets.”
Riley schudde haar hoofd. "Ik snap het niet. De verwijdering van het lichaam, bedoel ik. Waarom heeft de moordenaar niet nog wat meer moeite gedaan? Een zoetwatermeer is perfect om zich te ontdoen van een lichaam. Lijken zinken en vergaan snel in zoet water. Tuurlijk, ze kunnen later weer opduiken door zwelling en gassen. Maar genoeg stenen in de zak zouden dat probleem oplossen. Waarom haar in ondiep water laten liggen?”
"Ik denk dat het aan ons is om dat uit te zoeken," zei Bill.
Bill bracht verschillende andere foto's van de plaats delict naar voren, maar ze vertelden Riley niet veel.
"Dus wat denk jij ervan?" zei ze. "Hebben we te maken met een seriemoordenaar of niet?”
Bill fronste zijn wenkbrouwen terwijl hij diep in gedachten was.
"Ik weet het niet," zei hij. "Echt, we kijken alleen maar naar een enkele vermoorde prostituee. Natuurlijk, ook andere prostituees zijn verdwenen in Phoenix. Maar dat is niets nieuws. Dat gebeurt regelmatig in elke grote stad in het land.”
Het woord "regelmatig" raakte een gevoelige snaar bij Riley. Hoe kan de voortdurende verdwijning van een bepaalde groep vrouwen als "regel" worden beschouwd? Toch wist ze dat wat Bill zei waar was.
"Toen Meredith belde, liet hij het dringend klinken," zei ze. "En nu geeft hij ons zelfs een VIP-behandeling, en vliegt hij ons er direct naartoe met een BAU-jet. "Ze dacht even terug. "Zijn exacte woorden waren dat zijn vriend wilde dat we het zouden onderzoeken als het werk van een seriemoordenaar. Maar je klinkt alsof niemand er zeker van is dat het een seriemoordenaar is.”
Bill haalde zijn schouders op. "Misschien niet. Maar Meredith lijkt heel close te zijn met Nancy Holbrook's broer, Garrett Holbrook.”
"Ja," zei Riley. "Hij vertelde me dat ze samen naar de academie gingen. Maar er is hier iets raars aan de hand.”
Bill ging er niet tegen in. Riley leunde achterover in haar stoel en overwoog de situatie. Het leek vrij duidelijk dat Meredith de FBI-regels aan het buigen was als een gunst voor een vriend. Dat was helemaal niet typisch voor Meredith.
Maar dit deed haar niet minder aan haar baas denken. Eigenlijk bewonderde ze zijn toewijding aan zijn vriend. Ze vroeg zich af....
Is er iemand voor wie ik de regels zou buigen? Bill, misschien?
Hij was in de loop der jaren meer dan een partner geweest, en zelfs meer dan een vriend. Toch was Riley er niet zeker van. En dat maakte haar benieuwd hoe close ze zich tegenwoordig bij haar collega's voelde, inclusief Bill?
Maar het leek niet zinnig om er nu over na te denken. Riley sloot haar ogen en ging slapen.
*
Het was een stralende zonnige dag toen ze in Phoenix landden.
Toen ze uit de jet stapten, gaf Bill haar een duwtje en zei, "Wauw, geweldig weer. Misschien krijgen we tenminste een kleine vakantie uit deze reis.”
Op de een of andere manier betwijfelde Riley of het wel leuk zou worden. Het was lang geleden dat ze een echte vakantie had genomen. Haar laatste poging tot een uitstapje in New York met April was onderbroken door de gebruikelijke moord en chaos die zo'n groot deel van haar leven in beslag nam.
Een dezer dagen, moet ik wat echte rust krijgen, dacht ze.
Een jonge lokale agent ontmoette ze in het vliegtuig en reed ze naar het FBI-kantoor van Phoenix, een opvallend nieuw en modern gebouw. Toen hij de auto naar de parkeerplaats van het Bureau reed, zei hij, "Cool design, nietwaar? Won zelfs een of andere priijs. Kun je raden waar het op moet lijken?”
Riley keek naar de gevel. Het waren allemaal lange rechthoeken en smalle verticale ramen. Alles was zorgvuldig geplaatst en het patroon leek vertrouwd. Ze stopte en staarde er even naar.
"DNA-sequentiebepaling?" vroeg ze.
"Ja," zei de agent. "Maar ik wed dat je niet kunt raden hoe het rotsdoolhof daar van bovenaf eruitziet.”
Maar ze liepen het gebouw binnen voordat Riley of Bill een gokje konden wagen. Binnen zag Riley het DNA-motief herhaald worden in de scherp gevormde vloertegels. De agent leidde hen tussen streng ogende horizontale muren en scheidingswanden door tot ze het kantoor van Special Agent in Charge Elgin Morley bereikten en liet ze daar achter.
Riley en Bill stelden zich voor aan Morley, een kleine, nerdachtige man van in de vijftig met een dikke zwarte snor en een ronde bril. Een andere man wachtte hen op in het kantoor. Hij was in de veertig, lang, uitgemergeld en met een licht gebogen rig. Riley dacht dat hij er moe en depressief uitzag.
Morley zei, "Agenten Paige en Jeffreys, ik wil jullie voorstellen aan Agent Garrett Holbrook. Zijn zus was het slachtoffer dat werd gevonden in Nimbo Lake.”
Handen werden geschud en de vier agenten gingen zitten om te praten.
"Bedankt voor jullie komst," zei Holbrook. "Dit hele gebeuren is behoorlijk overweldigend geweest.”
"Vertel ons over je zus," zei Riley.
"Ik kan je niet veel vertellen," zei Holbrook. "Ik kan niet zeggen dat ik haar goed kende. Ze was mijn halfzusje. Mijn vader was een flirtende eikel, liet mijn moeder achter en kreeg kinderen met drie verschillende vrouwen. Nancy was vijftien jaar jonger dan ik. We hadden in de loop der jaren nauwelijks contact.”
Hij staarde een momentje leeg naar de vloer, met zijn vingers die verstrooid aan de arm van zijn stoel plukten. Toen zei hij zonder op te kijken, "De laatste keer dat ik van haar hoorde, had ze een kantoorbaan en volgde ze lessen op een gemeenschapscollege. Dat was een paar jaar geleden. Ik was geschokt toen ik ontdekte wat er van haar geworden was. Ik had geen idee.”
Toen werd hij stil. Riley dacht dat hij eruit zag alsof hij iets had verzwegen, maar ze zei tegen zichzelf dat dat misschien wel het enige was wat de man wist. Want wat kan Riley zeggen over haar eigen oudere zus als iemand haar vraagt? Zij en Wendy hadden al zo lang geen contact meer met elkaar dat ze net zo goed geen zusjes meer konden zijn.
Toch voelde ze iets meer dan verdriet in Holbrook’s houding. Ze vond het vreemd.
Morley stelde voor dat Riley en Bill met hem meegaan naar de forensische pathologie, waar ze het lichaam konden bekijken. Holbrook knikte en zei dat hij in zijn kantoor zou zijn.
Toen ze de Agent in Charge door de gang volgden, vroeg Bill, "Agent Morley, welke reden is er om te denken dat we te maken hebben met een seriemoordenaar?”
Morley schudde zijn hoofd. "Ik weet niet zeker of we een goede reden hebben," zei hij. "Maar toen Garrett erachter kwam dat Nancy was overleden, weigerde hij het met rust te laten. Hij is een van onze beste agenten, en ik heb geprobeerd hem te helpen. Hij probeerde zijn eigen onderzoek op gang te brengen, maar kwam niet verder. De waarheid is, dat hij deze hele tijd zichzelf niet meer was.”
Riley had zeker gemerkt dat Garrett vreselijk onrustig leek. Misschien iets meer dan een doorgewinterde agent zou zijn, zelfs na de dood van een familielid. Hij had duidelijk gemaakt dat ze niet close waren.
Morley leidde Riley en Bill naar de Forensische Pathologie van het gebouw, waar hij hen introduceerde bij de teamleider, Dr. Rachel Fowler. De patholoog trok de koelcel open waar Nancy Holbrook's lichaam werd bewaard.
Riley huiverde een beetje bij de bekende geur van ontbinding, ook al was de geur nog niet erg sterk. Ze zag dat de vrouw klein was en erg mager.
"Ze lag nog niet lang in het water," zei Fowler. "De huid begon net te rimpelen toen ze werd gevonden.”
Dr. Fowler wees naar haar polsen.
"Je kunt wondern van touw zien. Het lijkt erop dat ze vastgebonden was toen ze vermoord werd.”
Riley zag verhoogde vlekken op de kromming van de arm van het lijk.
"Dit lijkt op sporen", zei Riley.
"Juist. Ze gebruikte heroïne. Ik denk dat ze serieus verslaafd aan het raken was.”
Het leek voor Riley alsof de vrouw anorexia had gehad, en dat leek in overeenstemming met Fowlers verslavingstheorie.
"Dit soort verslaving lijkt niet op zijn plaats voor een eersteklas escorte," zei Bill. "Hoe weten we dat ze dat was?”
Fowler liet een gelamineerd visitekaartje in een plastic bewijszakje zien. Er stond een provocerende foto van de dode vrouw op. De naam op de kaart was gewoon "Nanette" en het bedrijf heette "Ishtar Escorts".”
"Deze kaart had ze bij zich toen ze werd gevonden," legde Fowler uit. "De politie nam contact op met Ishtar Escorts en ontdekte haar echte naam, en dat leidde al snel tot haar identificatie als Agent Holbrook's halfzus.”
"Enig idee hoe ze verstikt werd?" vroeg Riley.
"Er zitten wat blauwe plekken om haar nek," zei Fowler. "De moordenaar kan een plastic zak over haar hoofd hebben getrokken.”
Riley keek goed naar de plekken. Was dit een soort seksspel dat verkeerd afgelopen is, of een opzettelijke moord? Ze wist het nog niet.
"Wat had ze aan toen ze werd gevonden?" vroeg Riley.
Fowler opende een doos die de kleding van het slachtoffer bevatte. Ze droeg een roze jurk met een lage halslijn die nauwelijks respectabel was, merkte Riley op, maar zeker een niveau boven de typische trashy kleding van een tippelende prostituee. Het was de jurk van een vrouw die zowel erg sexy uit wilde zien en passend gekleed wilde zijn voor nachtclubs.
Bovenop de jurk lag een doorzichtig plastic zakje met sieraden.
"Mag ik even kijken?" vroeg Riley aan Fowler.
"Ga je gang.”
Riley pakte de zak op en keek naar de inhoud. Het meeste ervan was vrij smaakvolle kostuumsieraden - een kralenketting en armbanden en eenvoudige oorbellen. Maar één item viel op tussen de rest. Het was een slanke gouden ring met een diamant. Ze pakte hem op en liet het aan Bill zien.
"Echt?" vroeg Bill.
"Ja," antwoordde Fowler. "Echt goud en een echte diamant.”
"De moordenaar heeft niet de moeite genomen om het te stelen," zei Bill. "Dus dit ging niet om geld.”
Riley wendde zich tot Morley. "Ik wil graag zien waar het lichaam werd gevonden," zei ze. "Op dit moment, nu het nog licht is....”
Morley zag er een beetje verbaasd uit.
"We kunnen je er met een helikopter naartoe brengen," zei hij. "Maar ik weet niet wat je verwacht te vinden. Agenten en politie zijn overal op de plek geweest.”
"Vertrouw haar," zei Bill bewust. "Ze zal wel iets te weten komen.”
Hoofdstuk acht
Het brede oppervlak van Nimbo Lake zag er stil en rustig uit toen de helikopter naderde.
Maar de buitenkant kan je voor de gek houden, herinnerde Riley zichzelf. Ze wist goed dat rustige oppervlakken donkere geheimen konden bewaken.
De helikopter daalde af en wiebelde toen hij op zoek ging naar een landingsplaats. Riley voelde zich een beetje misselijk worden van de onstabiele beweging. Ze hield niet zo van helikopters. Ze keek naar Bill, die naast haar zat. Ze vond dat hij er even ongemakkelijk uitzag.
Maar toen ze naar Agent Holbrook keek, leek zijn gezicht leeg voor haar. Hij had nauwelijks iets gezegd tijdens de vlucht van een half uur vanuit Phoenix. Riley wist nog niet wat hij van hem moest denken. Ze was gewend om mensen gemakkelijk te lezen - soms zelf te gemakkelijk. Maar Holbrook vond ze nog steeds een raadsel.
De helikopter raakte uiteindelijk de grond en alle drie de FBI-agenten stapten uit op vaste grond en doken onder door de kolkende lucht onder de nog steeds ronddraaiende bladen doo. De weg waar de helikopter geland was, was niet meer dan parallelle bandensporen door het woestijnonkruid.
Riley merkte op dat de weg er niet erg gebruikt uitzag. Toch bleek dat er de afgelopen week genoeg voertuigen overheen waren gereden om de sporen te verbergen die de moordenaar had achtergelaten met het voertuig waarin hij was gereden.
De lawaaierige helikoptermotor werd stil, waardoor het makkelijker was om te praten terwijl Riley en Bill Holbrook te voet volgden.
"Vertel ons wat je kunt over dit meer", zei Riley tegen Holbrook.
"Het is een van de reservoirs die door dammen langs de Acacia-rivier zijn ontstaan," zei Holbrook. "Dit is het kleinste van de kunstmatige meren.... Het is vol met vis en is bovendien een populaire recreatieplek, maar de openbare ruimtes liggen aan de andere kant van het meer. Het lichaam werd ontdekt door een paar tieners die stoned van de wiet waren. Ik zal je laten zien waar.”
Holbrook leidde ze weg van de weg naar een stenen heuvelrug met uitzicht op het meer.
"De kinderen bevonden zich precies waar wij nu staan," zei hij. Hij wees naar de rand van het meer. "Ze keken daar beneden en zagen het. Ze zeiden dat het er gewoon uitzag als een donkere vorm in het water.”
"Hoe laat op die dag waren de kinderen hier?" vroeg Riley.
"Iets eerder dan het nu is," zei Holbrook. "Ze hadden van school gespijbeld en werden stoned.”
Riley nam de hele scène in zich op. De zon hing laag en de toppen van de rode rotswanden aan de overkant van het meer stonden in brand met licht. Er waren een paar boten op het water. De zuivere daling van de heuvelrug naar het water was niet ver - misschien maar een meter of drie.
Holbrook wees naar een plaats in de buurt waar de helling minder steil was.
"De kinderen klommen naar beneden om daar een kijkje te nemen", zei hij. "Toen kwamen ze erachter wat het werkelijk was.”
Arme kinderen, dacht Riley. Het was zo'n twee decennia geleden dat ze marihuana had geprobeerd op de universiteit. Toch kon ze zich de afschuw van zo'n ontdekking onder invloed goed voorstellen.
"Wil je naar beneden klimmen om wat grondiger te kunnen kijken?" vroeg Bill aan Riley.
"Nee, ik heb een goed uitzicht vanaf hier," zei Riley.
Haar gevoel vertelde haar dat ze precies was waar ze moest zijn. De moordenaar had het lichaam immers niet over dezelfde helling gesjouwd als waar de kinderen naar beneden waren gegaan.
Nee, dacht ze. Hij stond hier.
Het leek er zelfs op dat de schaarse vegetatie op de plek waar ze stond nog een beetje afgebroken was.
Ze haalde een paar keer adem, en probeerde zich in zijn perspectief te verzetten. Hij kwam hier ongetwijfeld 's nachts. Maar was het een heldere nacht of een bewolkte nacht? Nou, in Arizona in deze tijd van het jaar, was de kans groot dat de nacht helder was. En ze herinnerde zich dat de maan ongeveer een week geleden helder zou zijn geweest. In het ster- en maanlicht had hij kunnen zien wat hij deed – mogelijk zelfs zonder zaklamp.
Ze stelde zich voor dat hij het lichaam hier had gelegd. Maar wat had hij daarna gedaan? Blijkbaar had hij het lichaam van de rand gerold. Het was recht naar beneden gevallen in het ondiepe water.
Maar iets aan dit scenario vond Riley maar raar. Ze vroeg zich opnieuw af, zoals ze in het vliegtuig al deed, hoe hij zo onvoorzichtig kon zijn geweest.
Het is waar, vanaf hier op de rand had hij waarschijnlijk niet gezien kunnen hebben dat het lichaam niet ver is gezonken. De kinderen hadden de zak beschreven als "een donkere vorm in het water". "Vanaf deze hoogte was de ondergedompelde zak waarschijnlijk onzichtbaar geweest, zelfs op een heldere nacht. Hij ging ervan uit dat het lichaam was gezonken, zoals nieuwe dode lichamen dat doen in zoet water, vooral wanneer ze met stenen zijn verzwaard.
Maar waarom dacht hij dat het water hier diep was?
Ze gluurde naar beneden in het heldere water. In het late namiddaglicht kon ze gemakkelijk de ondergedompelde rand zien waar het lichaam was geland. Het was een klein horizontaal gebied, niet meer dan de bovenkant van een rotsblok. Rondom was het water zwart en diep.






